Datum: 29-12-2022

Fons Bennink is in april 2022 begonnen bij de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied als omgevingsmanager. In eerdere functies was hij werkzaam in onder andere de bouw- en evenementensector. “Ik ben ook beslist geen inspecteur. Voordeel daarvan is dat ik met een andere bril naar toezicht en vergunningsverlening kijk. Dit helpt bij het invoelen van de vragen die leven bij de omwonenden.”

Centraal in het werk van Fons Bennink staat het organiseren en faciliteren van de dialoog tussen omwonenden en zijn collega’s bij de Omgevingsdienst die betrokken zijn bij Tata Steel. “Hoe kunnen we omwonenden het beste betrekken bij het werk wat we doen? Met het beantwoorden van die vraag vul ik een groot gedeelte van mijn werkdag.” Daar zit menig uurtje vergaderen in. “Ik wil namelijk goed op de hoogte te zijn van wat er allemaal speelt binnen onze organisatie, maar juist ook in de omgeving. Telkens weer weeg ik samen met collega’s af of het van belang is om omwonenden te betrekken en wat daar de juiste manier voor is.”

Terechte vragen

Bennink maakt zich sterk om omwonenden zo veel mogelijk mee te nemen in wat de omgevingsdienst doet. “Daarvoor ga ik regelmatig ook zelf het gesprek aan met omwonenden. Deels gebeurt dit met vertegenwoordigers van de belangengroepen die actief zijn rondom Tata Steel. Daarnaast voer ik gesprekken met individuele bewoners. Zo ben ik wekelijks aanwezig bij de inloopspreekuren in het dorpshuis van Wijk aan Zee.”

Onder omwonenden leven met name zorgen over hun gezondheid. “Die komen voort uit de overlast, vooral op het gebied van geluid, geur en stof. Dit laatste ziet men bijvoorbeeld op de vensterbank of de auto, en dat leidt tot vragen als ‘Wat voor invloed heeft dat stof op mijn gezondheid?’ Of: ‘Wat betekent dat voor de gezondheid van mijn kinderen’. Heel terechte vragen vind ik.” Dit geldt voor het merendeel van de zorgen die men uit. Natuurlijk is ieders perceptie anders en worden klachten verschillend geuit. De een vindt dat iets stinkt en de ander ruikt alleen een vreemde lucht, maar dat maakt niet uit. Ik vind dat je iedere melding heel serieus moet nemen als signaal. En dat je ook moet kijken van wat zit daar nou achter?”

Benaderbaar

Bennink vindt dat directe bewonerscontacten een belangrijk onderdeel uitmaken van het takenpakket van een omgevingsmanager. Waarom? “Sowieso hoor ik alles het liefst uit eerste hand, dat zit in me. Daar hoort voor mij ook het drinken van een kopje koffie bij, zodat omwonenden op een laagdrempelige manier hun verhaal kunnen doen. Daarmee maak je jezelf benaderbaar. Zo komt de kern van een zorgvraag vaak beter tot uiting dan op schrift. De volgende stap is dan te kijken wat wij voor die persoon kunnen betekenen.” Soms is dat helaas niet zoveel. “Maar ook dan wil ik uit kunnen leggen waarom niet. Neem zorgen over gezondheid. Kijk, wij zijn een milieudienst, dus wij benaderen de vraagstukken voornamelijk vanuit milieuperspectief. Uitspraken doen over of iets impact kan hebben op iemands gezondheid en hoeveel is niet onze expertise. Het domein van de milieugerelateerde gezondheid en het maatschappelijk denken daarover is wel erg aan het veranderen. Die ontwikkelingen volgen ik en mijn collega’s natuurlijk op de voet.” Daarnaast komt het regelmatig voor dat de hinder volgens de vergunning is toegestaan. “Neem klachten over geluid. Met een meting kan soms worden nagegaan hoe hard dit is. Valt het binnen de norm, dan kan dat heel vervelend zijn voor degene die last heeft, maar kunnen wij vrij weinig doen.”

Veel emotie

Bennink ervaart dat er in de omgeving veel spanning en emotie zit. “Het is immers de directe leefomgeving en gezondheid van de mensen waar ze zich zorgen over maken. Het dossier loopt al jaren en nog steeds is veel onzeker over wat de toekomst de omwonenden gaat brengen.” Hij merkt dat dit dossier soms ook het nodige van zijn collega’s vraagt. “Voor hen zijn die contacten soms best pittig. Daarom zie ik het als mijn taak om ervoor te zorgen dat ik hen beter meekrijg in het betrekken van de omgeving bij hun werk. Zeker als mensen het al druk hebben, is dat soms lastig. Heel begrijpelijk en daarom moeten we dit proces als dienst beter organiseren. Zeker omdat met de komst van de Omgevingswet participeren een steeds groter deel van ons werk wordt.”

Nieuwe koers

Een hoopvolle ontwikkeling vindt hij de nieuwe koers naar de productie van staal middels waterstof. “Dat is een gigantische verandering.” Bij het inslaan van die weg hoopt hij tot een proces te komen waarin overheid, Tata Steel en de omgeving met elkaar in dialoog gaan over wat er nodig is om de staalproductie in de IJmond te kunnen houden. “Als we daarover een goed inhoudelijk gesprek kunnen voeren, dan denk ik dat we iets moois kunnen bereiken. Dat we samen echt een stip op de horizon kunnen zetten voor de toekomst. Want vergeet niet dat het best een uitdaging is om in een druk en dichtbevolkt gebied staal te kunnen blijven produceren. Dat gebeurt in Europa nergens op deze schaal. Juist daarom is het zo belangrijk om daar met alle betrokkenen op een goede manier het gesprek over de inhoud te voeren. Wat betekent ‘Groen Staal’ nu eigenlijk precies? Slagen we daarin, dan denk ik dat we iets moois kunnen bereiken voor zowel Tata Steel als de omwonenden.”

Inschrijven voor de nieuwsbrief

Wil je regelmatig op de hoogte worden gebracht van nieuws over Toezicht op Tata Steel? Meld je dan aan voor onze nieuwsbrief.

Stem